Veel gestelde vragen
Met zelfevaluatie wordt verwezen naar een cyclisch proces, waarbij een schoolbestuur op eigen initiatief aspecten van het eigen functioneren beschrijft en beoordeelt met als doel (indien nodig) te komen tot ontwikkeling. We onderscheiden volgende bestanddelen:
- Cyclisch proces. Zelfevaluatie is geen opzichzelfstaand proces. Het past in een cyclisch beleidskader en omvat het nastreven van herhaling, om te zien of er evolutie is in de tijd.
- Op eigen initiatief. Het gaat om een bewuste keuze van het schoolbestuur zelf om het proces te starten. De keuze om het proces te initiëren, ligt bij het schoolbestuur zelf.
- Zelf. Het is het schoolbestuur dat de verantwoordelijkheid draagt voor de vormgeving en uitvoering van de sleutelelementen van het zelfevaluatiegebeuren.
- Vanuit een overkoepelend kwaliteitszorgconcept. Zelfevaluatie wordt vormgegeven vanuit een visie op wat kwaliteitsonderwijs is en waar men met het schoolbestuur naartoe wil.
- Systematisch beschrijven. Zelfevaluatie verwijst naar het systematisch verzamelen en analyseren van informatie. De verschillende stappen van het proces sluiten goed op elkaar aan.
- Systematisch beoordelen. De vaststellingen worden beoordeeld door toetsing aan de ruimere visie op kwaliteitsonderwijs.
- Komen tot ontwikkeling. Het doel van zelfevaluaties is te komen tot een actieplan dat tot een verbeterd functioneren bijdraagt. Let wel: er is sprake van ‘indien nodig’. Zelfevaluatie kan dus ook leiden tot het borgen van wat goed is.
Er bestaan wezenlijke verschillen in het bestuurlijk design van schoolbesturen uit de verschillende onderwijsnetten. Niet elk schoolbestuur is op dezelfde manier samengesteld, of geeft een gelijke invulling aan de werking. Dit zelfevaluatie-instrument heeft niet als doel om al deze verschillen te capteren. Het instrument peilt naar verschillende aspecten van beleidsvoerend vermogen die relevant zijn voor elk schoolbestuur, ongeacht het onderwijsnet waartoe het behoort. De resultaten van de zelfevaluatie vormen een aanzet voor een interne reflectie-oefening, waarin de eigenheden van elk schoolbestuur uiteraard wel uitgediept kunnen worden.
Het zelfevaluatie-instrument bestaat uit een vragenlijst met vaste en optionele modules.
- De vaste modules peilen naar het beleidsvoerend vermogen en de samenstelling van het schoolbestuur.
- Optionele module 1 peilt naar aspecten van beleidsvoerend vermogen in de relatie tussen het schoolbestuur en de schoolleiders van zijn scholen.
- Optionele module 2 peilt naar aspecten van beleidsvoerend vermogen in de relatie tussen het schoolbestuur en de coördinerend directeurs van zijn scholengemeenschappen.
- Optionele module 3 peilt naar de werking van het schoolbestuur binnen enkele beleidsdomeinen (bijvoorbeeld financieel en infrastructureel beleid).
Binnen elke module wordt ook gepeild naar de wenselijkheid tot verandering en krijgen de deelnemers de mogelijkheid om hun antwoorden te verduidelijken of om bijkomende reacties achter te laten in een open veld. Deze worden letterlijk mee opgenomen in het rapport. De open vraag is optioneel. Alle andere vragen zijn verplicht in te vullen.
Het is aan de initiatiefnemer om te beslissen of het toevoegen van optionele modules wenselijk is en indien ja, welke optionele modules. Het is echter aangeraden om maximum één optionele module toe te voegen, om zo de lengte van de vragenlijst aanvaardbaar te houden. De volledige vragenlijst kan hier gedownload worden.
Zodra drie deelnemers de vragenlijst volledig invulden, krijgt de initiatiefnemer toegang tot een rapport dat de basis vormt voor een interne reflectie en dialoog over het beleidsvoerend vermogen van het schoolbestuur.
Dat is afhankelijk van het aantal modules dat de initiatiefnemer toevoegt aan het zelfevaluatie-instrument en van wie uitgenodigd wordt om deel te nemen door de initiatiefnemer.
- Leden van het schoolbestuur vullen de vaste modules en de gekozen optionele modules in. Dit komt neer op minimum 78 vragen (enkel de vaste modules) en maximum 206 vragen (de vaste modules + alle optionele modules).
- Schoolleiders beantwoorden enkel vragen in de optionele modules en worden dus enkel uitgenodigd indien deze modules aan de vragenlijst worden toegevoegd. Zij beantwoorden minimum 48 vragen (de optionele module rond de relatie tussen het schoolbestuur en de schoolleiders) en maximum 96 vragen (de optionele module rond de relatie tussen het schoolbestuur en de schoolleiders + de optionele module rond de beleidsdomeinen).
- Coördinerend directeurs beantwoorden ook enkel vragen in de optionele modules en worden dus enkel uitgenodigd indien deze modules aan de vragenlijst worden toegevoegd. Zij beantwoorden minimum 48 vragen (de optionele module rond de relatie tussen het schoolbestuur en de coördinerend directeurs) en maximum 96 vragen (de optionele module rond de relatie tussen het schoolbestuur en de coördinerend directeurs + de optionele module rond de beleidsdomeinen).
Download hier de vragenlijst en krijg een overzicht van alle vragen per module.
Wenst u meer te weten over het denkkader waarbinnen de vragenlijst tot stand kwam? Dan kan u een uitgebreidere leeswijzer downloaden onder “over dit instrument”.
Naast de vaste modules, die in totaal uit 78 vragen bestaan, kan de initiatiefnemer nog drie optionele modules toevoegen die elk uit 40 tot 48 vragen bestaan (afhankelijk van welke module). Het is aangeraden om maximum één optionele module toe te voegen, zodat de lengte van de vragenlijst aanvaardbaar blijft voor de deelnemers. Dit is in het bijzonder belangrijk voor de leden van het schoolbestuur, die niet enkel de vaste, maar ook de optionele modules invullen.
Om te bepalen welke optionele module het meest relevant is voor uw schoolbestuur, kan u hier elke module in detail bekijken.
Schoolbesturen die meerdere scholen en/of scholengroepen besturen, hebben niet met alle scholen en/of scholengroepen dezelfde relatie. In principe raden we niet aan om als schoolbestuur verschillende parallelle zelfevaluaties op te starten, aangezien dit instrument niet als doel heeft om één-op-één relaties te beoordelen, maar eerder om de algemene werking in kaart te brengen. Voor erg grote schoolbesturen, kunnen enkele parallelle zelfevaluaties echter wel interessant zijn. Hoe werkt dit?
- Het schoolbestuur voert één volledige zelfevaluatie uit waarbij het de vaste module invult, alsook één of meerdere optionele modules met een groep van schoolleiders en/of coördinerend directeurs. Uit deze oefening ontstaat een volledig rapport met resultaten over (1) de interne werking van het schoolbestuur, en (2) de optionele modules. Voor het uitvoeren van deze volledige zelfevaluatie bedeelt de initiatiefnemer bestuursleden de rol toe van “bestuurslid” bij het uitnodigen van deelnemers.
- Het schoolbestuur kan daarnaast een parallelle zelfevaluatie opstarten. Dit kan enkel vanuit een nieuw account (dat met een nieuw e-mailadres moet worden aangemaakt), van waaruit dezelfde bestuursleden + een nieuwe groep schoolleiders en/of coördinerend directeurs worden uitgenodigd. Indien de schoolbestuurders voor deze parallelle zelfevaluaties niet opnieuw de vaste module (i.e. over de eigen werking) wensen in te vullen, bedeelt de initiatiefnemer de bestuursleden de rol toe van “bestuurslid zonder vaste module”. Op die manier krijgen zowel de bestuursleden als de schoolleiders en/of coördinerend directeurs enkel de optionele modules te zien.
- Ter info: bij een parallelle zelfevaluatie zal de initiatiefnemer zien dat de vaste module aangevinkt blijft op de uitnodigingspagina. Hij/zij mag dit negeren: het systeem zal in de vragenlijst enkel de optionele modules tonen.
- Opgelet: bij een parallelle zelfevaluatie bevat het rapport geen informatie over de interne werking van het schoolbestuur. Deze kan teruggevonden worden in het rapport van de volledige zelfevaluatie.
Dat is afhankelijk van welke modules u toevoegt aan het zelfevaluatie-instrument:
- Vaste modules: deze modules worden standaard toegevoegd en de vragen erin worden enkel door leden van het schoolbestuur beantwoord. Hiervoor nodigt u zichzelf en minstens twee andere leden van het schoolbestuur uit als deelnemer.
- Optionele modules: indien u één of meer van de optionele modules kiest, vullen de bestuursleden deze ook in. Daarnaast kan u voor deze modules ook schoolleiders en/of coördinerend directeurs uitnodigen als deelnemer. Schoolleiders kunnen vragen beantwoorden uit optionele module 1 en 3. Coördinerend directeurs kunnen vragen beantwoorden uit optionele module 2 en 3.
Bij het uitnodigen bedeelt de initiatiefnemer elke deelnemer een rol toe. Dit gebeurt op een eenvoudige manier in de online omgeving op de uitnodigingspagina:
- Bestuursleden: krijgen de rol van bestuurslid.
- Schoolleiders: krijgen de rol van schoolleider.
- Coördinerend directeurs: krijgen de rol van coördinerend directeur
- Deelnemers die zowel bestuurslid als schoolleider of coördinerend directeur zijn: de initiatiefnemer bepaalt vanuit welke rol deze deelnemers de vragenlijst invullen. Hou hierbij rekening dat minimum drie bestuursleden (de initiatiefnemer inbegrepen) de vragenlijst moeten invullen.
- Bestuursleden die deelnemen aan de zelfevaluatie als parallelle oefening: krijgen de rol van bestuurslid zonder vaste module. Meer informatie over deze parallelle zelfevaluaties vindt u bij de vorige vraag.
Voor de vaste modules nodigt u zichzelf en minstens twee andere bestuursleden uit als deelnemer. Er zijn minimum drie volledig ingevulde vragenlijsten nodig om toegang te krijgen tot het rapport.
We raden echter aan om zo veel mogelijk bestuursleden uit te nodigen om deel te nemen aan de zelfevaluatie. Dit zal niet enkel een meer volledig beeld creëren over de werking van uw schoolbestuur; het verhoogt ook de anonimiteit en dus de waarheidsgetrouwheid van de antwoorden.
Voegt u optionele modules toe, dan kan u kiezen of en hoeveel schoolleiders en/of coördinerend directeurs u uitnodigt. Indien u hen uitnodigt, raden we aan om minstens drie schoolleiders en/of drie coördinerend directeurs uit te nodigen. Zodra er minstens drie schoolleiders en/of drie coördinerend directeurs de vragenlijst volledig invulden, zal er in het rapport een onderscheid gemaakt worden tussen de antwoorden van de bestuursleden enerzijds en die van de schoolleiders en/of coördinerend directeurs anderzijds. Dit geeft interessante informatie met betrekking tot verschillen in perceptie van de verschillende betrokken actoren.
Per schoolbestuur meldt één persoon zich online aan: dit is de initiatiefnemer. Deze krijgt vervolgens de kans om leden van het schoolbestuur, schoolleiders en/of coördinerend directeurs uit te nodigen om deel te nemen aan de zelfevaluatie. Deze deelnemers ontvangen een e-mail met een link naar de vragenlijst en moeten zich dus niet apart aanmelden. De initiatiefnemer kan het schoolbestuur aanmelden via de landingspagina.
De uitnodigingsmail bestaat uit een standaardtekst waarin genodigden kort wordt uitgelegd wat het doel is van de zelfevaluatie-oefening en waarin ze worden uitgenodigd om deel te nemen. De tekst in deze e-mail wordt deels dynamisch aangepast op basis van de informatie die de initiatiefnemer geeft bij het aanmaken van een account.
Tijdens het aanmaken van een account zal er aan de initiatiefnemer gevraagd worden te verduidelijken wat hij/zij verstaat onder schoolbestuur, schoolleiders en coördinerend directeurs van de scholengemeenschappen, zodat alle genodigden dezelfde interpretatie geven aan deze termen. Deze definitie wordt idealiter bepaald in samenspraak met het schoolbestuur, aangezien ze ook bepalend zal zijn voor wie uitgenodigd wordt. De tekst die voorzien wordt door de initiatiefnemer, wordt letterlijk opgenomen in de uitnodigingsmail.
Voor het versturen van de uitnodigingsmail, krijgt de initiatiefnemer een preview te zien. Deze e-mail kan niet worden aangepast. De initiatiefnemer kan uiteraard zelf contact opnemen met de genodigden om meer toelichting te geven.
Nadat u als initiatiefnemer uw schoolbestuur heeft aangemeld, krijgt u de mogelijkheid om deelnemers uit te nodigen om de vragenlijst in te vullen. De uitnodiging wordt per e-mail verstuurd naar de e-mailadressen die u opgeeft. U moet daarbij ook uzelf uitnodigen en dus ook uw eigen e- mailadres opgeven. De e-mail bevat immers de link die u naar de vragenlijst leidt.
Het kan tot twintig minuten duren voor u deze e-mail ontvangt. Deze kan in uw spam terechtkomen.
U kan het invullen van de vragenlijst onderbreken en op een later moment hernemen via uw gepersonaliseerde link. Hou deze e-mail dus goed bij.
Indien de initiatiefnemer u uitnodigde, ontvangt u een e-mail met een link die u naar de vragenlijst leidt. Het kan tot twintig minuten duren voor u deze e-mail ontvangt. Deze kan in uw spam terechtkomen.
U kan het invullen van de vragenlijst onderbreken en op een later moment hernemen via uw gepersonaliseerde link. Hou deze e-mail dus goed bij.
Per schoolbestuur is er één initiatiefnemer. Deze registreert het schoolbestuur en nodigt geïnteresseerde en relevante deelnemers uit om de vragenlijst in te vullen, door via de landingspagina de zelfevaluatie te starten. De initiatiefnemer kan ook herinneringsmails sturen naar genodigden die de vragenlijst nog niet (volledig) invulden.
De initiatiefnemer krijgt toegang tot een rapport zodra minstens drie bestuursleden de vragenlijst volledig invulden. Dit rapport kan online geraadpleegd en gedownload worden. Het is aan de initiatiefnemer om de resultaten uit het rapport te bespreken met het schoolbestuur, de schoolleiders en/of de coördinerend directeurs en om er samen met hen mee aan de slag te gaan.
De initiatiefnemer kan in zijn/haar account opvolgen hoeveel procent van de deelnemers de vragenlijst al volledig invulden. Om deelnemers aan te moedigen de vragenlijst (verder) in te vullen, kan de initiatiefnemer een herinneringsmail sturen door op de knop “stuur herinnering” te klikken. Het systeem stuurt deze e-mail enkel naar deelnemers die de vragenlijst nog niet (volledig) invulden. De initiatiefnemer kan zelf niet zien over welke deelnemers het gaat.
De mail bestaat uit een standaardbericht met uitleg over het zelfevaluatie-instrument en de vraag om deel te nemen aan de zelfevaluatie-oefening.
Daarnaast verstuurt het platform uit zichzelf een automatische herinnering naar genodigden die de vragenlijst nog niet (volledig) invulden en dit twee weken nadat ze de uitnodigingsmail ontvingen.
Ja. Het systeem slaat uw antwoorden per pagina op. Dat wil zeggen dat u best een pagina volledig invult en op de knop “volgende pagina” klikt, alvorens uw browser te sluiten.
Om op een later moment terug toegang te krijgen tot de vragenlijst, klikt u terug op de link die u per e-mail ontving. Hou deze e-mail dus goed bij.
De vragen en stellingen met betrekking tot de dragers van beleidsvoerend vermogen – zowel in de vaste als optionele modules – worden gescoord aan de hand van een 5-punts Likertschaal, gaande van ‘helemaal oneens’ tot ‘helemaal eens’. Deze schaal laat deelnemers toe om op een overzichtelijke wijze nuanceringen aan te brengen in hun antwoorden. Tegelijkertijd hebben deelnemers de mogelijkheid om neutraal te antwoorden (‘noch oneens/noch eens’).
De vragen die betrekking hebben op de wenselijkheid tot verandering, worden gescoord via volgende antwoordcategorieën: ‘geen wens tot verandering’, ‘beperkte wens tot verandering’ en ‘sterke wens tot verandering’.
Tot slot krijgen de deelnemers regelmatig de kans om via een open dialoogvenster hun scores te verduidelijken of om reacties mee te geven. Deze tekst wordt letterlijk mee opgenomen in het rapport. In tegenstelling tot alle andere vragen, is het invullen van deze dialoogvensters niet verplicht.
De vragenlijst heeft als doel om de eigen, persoonlijke ervaringen en opinies van de deelnemers in kaart te brengen. Deze zijn per definitie gekleurd en kunnen sterk verschillen van deelnemer tot deelnemer. We moedigen iedereen aan om oprecht volgens de eigen ervaringen te antwoorden. Het zijn immers enkel waarheidsgetrouwe antwoorden die de aanzet kunnen geven tot een waardevolle reflectie en dialoog over het beleidsvoerend vermogen van het schoolbestuur.
We raden de initiatiefnemer aan om iedereen aan te moedigen de vragenlijst in te vullen binnen een termijn van vier weken na ontvangst van de uitnodiging.
Neen. De antwoorden van iedereen die de vragenlijst invult, blijven vertrouwelijk. De initiatiefnemer, noch de andere leden van het schoolbestuur, schoolteam of scholengemeenschap krijgen inzage in uw individuele antwoorden.
In het rapport worden de antwoorden van iedereen die deelnam per schoolbestuur op een geaggregeerde manier weergegeven. Om de anonimiteit te bewaken, moeten minstens drie bestuursleden de vragenlijst volledig invullen.
Voor de optionele modules worden de antwoorden van de bestuursleden enerzijds en die van de schoolleiders en/of coördinerend directeurs anderzijds in aparte geaggregeerde groepen weergeven vanaf het moment dat er minstens drie schoolleiders en/of drie coördinerend directeurs de vragenlijst volledig invulden. Zijn dat er minder, dan worden de antwoorden van de schoolleiders en coördinerend directeurs toegevoegd aan de geaggregeerde antwoorden van de bestuursleden.
We moedigen iedereen dus aan om de vragen zo eerlijk en waarheidsgetrouw mogelijk te beantwoorden. Dit zelfevaluatie-instrument heeft immers tot doel om de dialoog aan te gaan en het functioneren van het schoolbestuur bespreekbaar te maken.
Het rapport kan in de online omgeving geraadpleegd worden. We raden aan om de leeswijzer te downloaden en te gebruiken bij het lezen van het rapport. Het rapport in de online omgeving wordt constant dynamisch aangepast aan eventuele nieuw toegevoegde antwoorden.
Het rapport kan ook gedownload worden door op de knop “rapport downloaden” te klikken. De initiatiefnemer zal dan per e-mail een link ontvangen om het rapport te downloaden. Deze link is maximum twee weken geldig. Zodra de link werd aangevraagd, zullen nieuwe antwoorden niet meer weergegeven worden in de pdf. De initiatiefnemer kan altijd een nieuwe link aanvragen om een up-to-date rapport te ontvangen. In de pdf versie zit de leeswijzer bij het rapport verwerkt.
Het rapport bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft een globaal overzicht van de resultaten van de module rond de dragers van beleidsvoerend vermogen van uw schoolbestuur. Dit overzicht toont ook een anonieme vergelijking met de globale resultaten van andere schoolbesturen uit hetzelfde onderwijsnet. Deze benchmark zal pas beschikbaar zijn nadat 15 schoolbesturen uit uw onderwijsnet (vier voor het GO! Gemeenschapsonderwijs) de vragenlijst afrondden.
Het tweede deel geeft per vraag de resultaten van de zelfevaluatie-oefening weer. Deze resultaten tonen de laagste, hoogste en gemiddelde scores, de standaarddeviatie en – indien relevant – de verschillen in scores tussen de leden van het schoolbestuur, de schoolleiders en de coördinerend directeurs van de scholengemeenschappen. Deze laatste optie wordt enkel weergegeven indien er per persoonscategorie minimum drie deelnemers de vragenlijst volledig invulden. Dit om de anonimiteit van de antwoorden te bewaken.
Het rapport geeft geen interpretatie en beoordeling van de resultaten. Het is aan de schoolbesturen zelf om met deze resultaten aan de slag te gaan.
Zodra drie leden van het schoolbestuur, waaronder de initiatiefnemer, de vragenlijst volledig invulden.
Indien u meer deelnemers uitnodigde, zal het rapport toch al toegankelijk zijn zodra drie deelnemers, waaronder de initiatiefnemer, de vragenlijst volledig invulden. Het rapport zal in de online omgeving nadien automatisch aangepast worden wanneer er antwoorden worden toegevoegd. Om deze aanpassingen in de gedownloade versie gereflecteerd te zien, dient de initiatiefnemer een nieuwe download aan te vragen in de online omgeving.
Uit privacy- en vertrouwelijkheidsoverwegingen krijgt enkel de initiatiefnemer toegang tot het rapport via zijn/haar online account.
Initiatiefnemers worden uiteraard wel aangemoedigd om de resultaten op een proactieve en transparante manier terug te koppelen naar alle deelnemers. Dit zelfevaluatie-instrument heeft immers tot doel om een open dialoog rond de resultaten te realiseren, om zodoende goede zaken te kunnen borgen en een actieplan te kunnen opstellen met ontwikkelingskansen voor de toekomst.
Deelname aan het zelfevaluatieproces draagt geen enkele verplichting met zich mee. Het is bedoeld als een manier voor het schoolbestuur en de schoolleiders en/of coördinerend directeurs van de scholengemeenschappen om aan zelfreflectie te doen. Het doel is om een discussie te openen over de eigen werking, zodat wat goed gaat, geborgen kan worden en wat minder goed gaat, verbeterd kan worden. Ook is het een opportuniteit om het eigen schoolbestuur te benchmarken ten opzichte van andere schoolbesturen binnen hetzelfde onderwijsnet.
Uiteraard. Zelfevaluatie is een cyclisch proces en omvat het nastreven van herhaling, om te zien of er evolutie is in de tijd. We moedigen schoolbesturen daarom aan om de zelfevaluatie te herhalen wanneer dit relevant wordt geacht.
Hoe werkt dit? Indien de oorspronkelijke initiatiefnemer opnieuw het initiatief neemt vanuit zijn/haar bestaande online account, dan zal de oorspronkelijke rapportage vervangen worden door een nieuw rapport op basis van de nieuwe zelfevaluatie-oefening. Om de resultaten te kunnen vergelijken, is het daarom aangeraden om het oorspronkelijk rapport te downloaden alvorens deze zelfevaluatie-oefening aan te vangen.
Indien de oorspronkelijke initiatiefnemer opnieuw het initiatief neemt vanuit een nieuw online account (en dus noodzakelijkerwijs met een ander e-mailadres), of wanneer een ander lid van het schoolbestuur het initiatief neemt en hiervoor een eigen, nieuw online account aanmaakt, dan worden de resultaten van de zelfevaluatie-oefening binnen dit nieuwe profiel weergegeven. Beide rapporten blijven dan naast elkaar bestaan in de online omgeving.
Om de benchmark up-to-date te houden, worden de resultaten van schoolbesturen elke drie jaar uit de vergelijkende grafiek verwijderd. Deze periode begint te lopen vanaf het moment dat de initiatiefnemer een online account aanmaakte.
Met beleidsvoerend vermogen wordt verwezen naar de mate waarin een schoolbestuur de beschikbare beleidsruimte succesvol aanwendt om het eigen functioneren constant te houden of te veranderen met als doel de onderwijskwaliteit te verbeteren en de eigen en de van buitenaf opgelegde doelen te bereiken.
Met de term ‘schoolbestuur’ verwijzen we naar het orgaan dat instaat voor het globale beheer van de scholen en andere onderwijsinstellingen (in wat volgt spreken we gemakkelijkheidshalve enkel over scholen) waarvoor het de verantwoordelijkheid draagt. Een lid van het schoolbestuur is iemand die zeggenschap heeft over het beleid dat het schoolbestuur voert m.b.t. de scholen waarvoor het verantwoordelijk is. Wie deze bestuursleden exact zijn, is afhankelijk van het onderwijsnet waartoe het schoolbestuur behoort en de specifieke organisatiestructuur van het schoolbestuur. Voor het gemeentelijk en stedelijk onderwijs is dit de gemeenteraad en voor het provinciaal onderwijs de provincieraad. Bij het Gemeenschapsonderwijs GO! is er op centraal niveau de Raad van het GO! en behoort op lokaal niveau de eigenlijke bestuursbevoegdheid toe aan de scholengroepen, waarbinnen de bestuursbevoegdheid wordt waargenomen door een algemeen directeur, een raad van bestuur, een college van directeurs en de algemene vergadering. Bij het vrij onderwijs is het bestuur een vzw, bestaande uit de algemene vergadering en de raad van bestuur.
Indien uw Raad van Bestuur een bredere werking heeft en bijvoorbeeld ook verantwoordelijk is voor het beleid van kinderdagverblijven, ziekenhuizen, enzovoort en indien u graag deze bredere werking in kaart brengt via een zelfevaluatie-oefening, kan het voor u interessanter zijn om gebruik te maken van het instrument www.goedbestuur.be. Dit instrument werd door de Koning Boudewijnstichting ontwikkeld voor socialprofitorganisaties.
Met de term ‘schoolleiders’ verwijzen we in het kader van dit zelfevaluatie-instrument naar de leidinggevende teams van scholen die worden verondersteld in te staan voor de uitvoering van het onderwijsbeleid en de dagelijkse werking van scholen. Voorbeelden zijn directieleden en leden van middenkaders of middenmanagement teams.
Met de term ‘scholengemeenschappen’ verwijzen we in het kader van dit zelfevaluatie-instrument naar de samenwerking tussen verschillende scholen. Het gaat met andere woorden over meerdere scholen die zich verenigen in een gemeenschap. De coördinerend directeurs van deze scholengemeenschappen vormen een schakel tussen het schoolbestuur en de scholen. Een scholengemeenschap wordt aangestuurd door een directeur-coördinator uit het basisonderwijs en/of een coördinerend directeur uit het secundair onderwijs. Wij maken in dit zelfevaluatie-instrument gemakkelijkheidshalve enkel gebruik van de term ‘coördinerend directeurs’ om te verwijzen naar deze leiders van scholengemeenschappen.